To feed or not to feed

Er is de laatste tijd heel wat debat gaande over het bijvoeren van natuurlijke vijanden. Dit is vooral aangewakkerd doordat één van de producenten van natuurlijke vijanden stuifmeel is gaan verkopen als voedsel voor roofmijten. Het advies is om dit stuifmeel regelmatig in het gewas te verblazen om daarmee roofmijten van eten te voorzien, waardoor deze zich beter vestigen. Dit is een interessante nieuwe benadering om biologische bestrijding te verbeteren, maar een vraag die steevast wordt gesteld is: “Vinden ze het voedsel niet lekkerder dan de plaag, waardoor ze de plaag links laten liggen?”
Goeie vraag, want het kan inderdaad zo zijn dat alternatief voedsel de voorkeur heeft boven het eten van een plaag en daarmee loop je het risico dat de plaag ontsnapt aan predatie. Maar zelfs wanneer een natuurlijke vijand geen voorkeur heeft voor het alternatieve voedsel, maar dit “even lekker vind”, zal de bestrijding van de plaag halveren wanneer het in gelijke hoeveelheid als de plaag wordt aangeboden. Dit komt simpelweg doordat het totale voedselaanbod voor de natuurlijke vijand groter wordt. Een soort verdunningseffect dus. Dus is het wel zo slim om bij te voeren? That is the question….

een volwassen Californische trips

een volwassen Californische trips


Nu is het zo dat roofmijten vooral worden ingezet voor de bestrijding van de Californische trips, Frankliniella occidentalis, en dat maakt het helemaal interessant en complex. Want deze plaag is zelf ook dol op stuifmeel en zal zich ook sneller ontwikkelen en meer nakomelingen produceren op planten met stuifmeel dan op planten zonder stuifmeel. En om het nog spannender te maken: de oudere tripslarven verdedigen zich heldhaftig tegen aanvallen van roofmijten, zoals mooi is te zien op dit filmpje, gemaakt door Sarah Jandricic en Matt Bertone van North Carolina State University. Dus wanneer ze moeten kiezen tussen het weerloze en lekkere alternatieve voedsel of een tegenaanvallende tripslarve lijkt de keuze gauw gemaakt. Deze verdediging van trips gaat nog verder doordat ze “bewust” roofmijteieren lek prikken, of te wel, een uitschakeling van de vijand in wording. Je krijgt dus al snel een complex aantal interacties wanneer roofmijten en tripsen worden bijgevoerd met stuifmeel dat ze allebei eten (zie figuur).
pollen-predator-thrips
En toch wordt het stuifmeel met succes toegepast in de glastuinbouw en laten verschillende studies een verbeterde bestrijding van trips zien door de toepassing van stuifmeel. Wat is nu het geheim van de smid? It’s all about numbers…
Het punt is dat je niet of individu-niveau moet denken, maar op populatieniveau. De roofmijten kunnen zich zo snel op stuifmeel voortplanten, dat binnen korte tijd er een enorme populatiegroei optreedt. Dit blijkt ruimschoots de verminderde tripsconsumptie per individuele roofmijt te compenseren. Geweldig toch!
Mooie ontwikkeling dus, maar wel iets om bij te blijven nadenken. Het effect zal namelijk sterk afhangen van de verhouding roofmijt-plaag bij de start. Bij een te hoge tripsdruk zou het toepassen van stuifmeel over een langere periode averechts kunnen werken.

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Een reactie op To feed or not to feed

  1. Fam. Buurman zegt:

    Leuk om te lezen en geeft weer denkvoer. De vraag blijft nog wel hangen

    Gr Nico Buurman

Plaats een reactie